vrijdag 20 mei 2016

Krom is het nieuwe recht



Producten op basis van groente die anders weggegooid worden, zijn hot. Nadat pioniers zoals Kromkommer de weg hebben vrijgemaakt, komen ook de grote jongens in de keten over de streep. Onlangs opende grootcateraar Hutten de Verspillingsfabriek. Samen met supermarktketen Plus is een tomatensoep ontwikkeld van overrijpe tomaten die niet meer in de schappen verkocht kunnen worden. Ook Jumbo stapt nu in de soepen van afgekeurde groente.

Dit is natuurlijk een ontzettend goede ontwikkeling. Hoe meer grote spelers zich gaan inzetten voor het tegengaan van voedselverspilling, des te groter het effect. Toch zijn er een paar zaken die mij niet lekker zitten.

Zo is het mij niet ontgaan dat de verpakking van de soepen bij de Plus en Jumbo wel erg lijkt op die van Kromkommer. Transparante stazak, kartonnen label aan de bovenkant. Nu doen de makers van de Kromkommer soepen daar vrij luchtig over, maar erg origineel is het niet. Beter goed gejat dan slecht verzonnen zeg maar.

Ik heb echter vooral mijn bedenkingen bij de beweegredenen van de supers om zich met afgekeurde groente bezig te houden. Zijn de grote directeuren echt bezig om hun steentje bij te dragen aan het maatschappelijke probleem van voedselverspilling? Of zien ze vooral een sympathiek haakje om hun imago mee op te schonen? De verpakkingen van de Jumbosoepen zijn dan ook niet eenduidig als het gaat om waar de gebruikte groenten vandaan komen, en waar ze heen zouden gaan als ze niet in de soep terecht waren gekomen. Deze vaagheid versterkt mijn vermoeden dat het de super vooral om de sympathie van het idee te doen is. 

Maar eerlijk is eerlijk. Ook al is het enigszins afgekeken en wellicht niet zo idealistisch als het doet voorkomen, er gebeurt wel wat. Er worden groentes gered, en dat op een landelijke schaal. En wat betreft Kromkommer: als pionier kun je geen groter compliment krijgen dan op deze schaal gekopieerd te worden.

Dit artikel verscheen eerder als column in het vakblad Voedingsindustrie.

maandag 2 mei 2016

Moeilijk verpakt



In de verpakkingsbranche wordt heel wat ontwikkeld. Duurzame materialen, mooie designs en efficiënte vormgeving veranderen langzaamaan de manier hoe wij ons voedsel verpakken. Allemaal goede ontwikkelingen, maar als je in de supermarkt rondkijkt is er één tekortkomen waar maar weinig aan wordt gedaan. Nogal wat verpakkingen zijn lastig te openen, vooral voor ouderen.

Dat het anders kan, bewees conservenproducent HAK alweer 4 jaar geleden met haar 1-2 open deksels op de potjes. Maar zelfs nadat HAK met deze ontwikkeling één van de belangrijkste retailprijzen won, waren er maar weinig voedselproducenten die er in de afgelopen jaren een voorbeeld aan namen door eveneens moeilijk te openen verpakkingen te verbeteren. En dan heb ik het niet alleen over potjes.

Een uitdaging blijkt wat dat betreft het kunststof bakje met seal. Waar een flink deel van de producenten geen andere oplossing biedt dan de consument de verpakking te lijf te laten gaan met een mes, zijn er ook die een ‘lipje’ hebben waarmee je de seal los kunt trekken. Jammer is dat dit lipje vaak ofwel scheurt, ofwel te klein is om vast te pakken, waardoor je als nog met een mes aan de slag moet. Ook bij kunststof zakjes met scheurrandjes is dit overigens nogal eens het geval.

Met een alsmaar vergrijzende bevolking lijkt het me goed als de ontwikkeling en het daadwerkelijk toepassen van eenvoudiger te openen verpakkingen sneller gaat. Eerlijk gezegd vind ik gebruiksgemak namelijk wel fijn, ook al ben ik nog niet grijs.

Dit artikel verscheen eerder als column in het vakblad Voedingsindustrie.